Ondersteuningsroute binnen de Freinetschool

Sociale veiligheid


Op het gebied van sociale veiligheid richten we ons bij Freinetschool Delft vooral op
preventie. Dit start al aan het begin van elk schooljaar, waarbij we veel tijd investeren in ‘de
gouden weken’. In deze weken wordt de groep gevormd en worden de normen bepaald. Na
de zomervakantie heeft de groep de eerste weken de tijd nodig zich te vormen. De
leerkracht speelt hier een belangrijke rol in, door activiteiten aan te bieden die dit proces
ondersteunen. Dit kunnen bijvoorbeeld spelvormen zijn, maar ook vergaderingen waarin de
leerlingen met elkaar de afspraken van de klas bepalen.
Gedurende het gehele jaar blijft er veel aandacht voor sociale veiligheid. Het zit in het
Freinetonderwijs ingebakken. Binnen het leerkrachtenteam is een werkgroep gedrag, die
zich bezig houdt met hoe Freinettechnieken ingezet kunnen worden voor sociale veiligheid
en burgerschapsvorming.
Een voorbeeld van zo’n techniek is de klassenvergadering. Bij de start van een
klassenvergadering (en in veel klassen zelfs bij elke start van de dag) checken de leerlingen
in, waarbij er kort aandacht is voor hoe de leerlingen zich voelen. Er worden vragen,
complimenten en klachten besproken en initiatieven ontwikkeld. Regelmatig wordt er over
zaken gestemd. Het is onderdeel van de open cultuur op onze school, waarbij kinderen niet
alleen gehoord worden, maar ook mee mogen denken en beslissen.

We vinden het belangrijk om geregeld groepsdoorbroken activiteiten te doen, waardoor
jongere en oudere kinderen elkaar leren kennen. Hierdoor zal het jonge kind zich veilig
voelen en kan het oudere kind sociale vaardigheden en zelfvertrouwen ontwikkelen.
Een voorbeeld hiervan is de pilot die op dit moment op locatie de Binnentuin loopt, waarbij
oudere leerlingen als pleincoaches opgeleid worden. Zij helpen bij het doen van activiteiten
en spellen op het plein en zijn aanspreekpunt voor andere leerlingen. Uiteraard zijn er ook
altijd volwassenen op het plein om toezicht te houden.
Naast deze preventieve aanpak wordt het welbevinden van de leerlingen gemonitord door
de leerkracht. Dit gebeurt onder andere door kindgesprekken, oudergesprekken,
observaties, het leerlingvolgsysteem ‘hart en handen’ van IEP en er worden sociogrammen
gemaakt. Mocht het nodig zijn, dan zal de leerkracht handelen naar aanleiding van deze
observaties of op andere wijze verkregen informatie. Indien gewenst zal de leerkracht
overleggen met collega’s of de intern begeleider over een aanpak.

 

Ondersteuning


Op Freinetschool Delft wordt de ontwikkeling van de leerling constant gevolgd door de
groepsleerkracht. Op basis hiervan wordt er in de klas gedifferentieerd onderwijs geboden.
Zo krijgen sommige kinderen verlengde instructie op bepaalde gebieden en andere kinderen
gaan juist na een heel korte uitleg al direct aan het werk.
Ook houdt de groepsleerkracht een paar keer per jaar een bespreking met de Intern
Begeleider (IB’er). Hierin wordt het reilen en zeilen met de leerlingen in de groep op
didactisch en/of sociaal emotioneel gebied besproken. De leerkracht en de IB’er sparren
samen over hoe de zorg voor de leerlingen uit de groep het beste vorm kan krijgen.
Als de leerkracht tussen deze groepsbesprekingen door vragen heeft, weet zij/hij de intern
begeleider ook te vinden.
In sommige gevallen heeft een leerling net iets meer ondersteuning nodig dan de leerkracht
tijdens de lessen kan bieden. Bij ons op school wordt dan hulp geboden in de vorm van
lichte ondersteuning. Dit kan bijvoorbeeld zijn op het gebied van lezen, rekenen, spelling of
werkaanpak. In overleg met de leerkrachten maakt de intern begeleider een keuze welke
leerlingen voor deze begeleiding in aanmerking komen. Dit is natuurlijk ook afhankelijk van
hoeveel begeleiders er beschikbaar zijn voor lichte ondersteuning.
Sommige leerlingen hebben andere zorg nodig dan geboden kan worden in de lichte
ondersteuning. Dit kan gaan om leerlingen met een diagnose, zoals autisme of dyslexie.
Maar ook om leerlingen die bijvoorbeeld meer uitdagend werk nodig hebben, niet lekker in
hun vel zitten of medische hulp nodig hebben. De intern begeleider van school schakelt de
juiste mensen in om de zorg te verlenen die deze leerlingen nodig hebben.
Als het mogelijk is bieden we de zorg zelf als school. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het
Dyslexieplein en het Freinetlab dat we gestart zijn. Het kan ook zijn dat de intern begeleider
externen bij de zorg voor een leerling betrekt, uiteraard altijd in overleg met ouders.
Voorbeelden hiervan zijn PPO Delflanden voor arrangementen, Delft Support voor

bijvoorbeeld vragen over concentratie, gedrag en opvoedondersteuning of
schoolpsychologen voor diagnostisch onderzoek.
Leerkrachten, ouders en IB vormen op school samen een team om het kind zich zo optimaal
mogelijk te laten ontwikkelen.